Toelichting op de theorie-eisen

  1. Knopen en steken
    Knopen en hun toepassing: Halve steek, slipsteek, achtknoop.
  2. Surftermen
    Kunnen aangeven wat bedoeld wordt met minimaal 10 van de volgende termen: oploeven,
    afvallen, overstag, gijp, in de wind, aan de wind, halve wind, ruime wind, voor de wind,
    basishouding, vaarhouding, loef, lij, hogerwal, lagerwal, bakboord, stuurboord, over bakboord
    varen, over stuurboord varen, opkruisen, hoogte winnen, verlijeren, choppy, gusty, hang loose.
  3. Onderdelen
    Minimaal 10 onderdelen van de surfplank kunnen benoemen:
    Zeil: voorlijk, achterlijk, bovenlijk, onderlijk, tophoek, halshoek, schoothoek (clew), zeillatten,
    zeillatspanner, mastslurf, neerhaler, uithaler.
    Board: nose, tail, vin, zwaardkast, mastrail, baseplate, zwaard.
    Mast en giek: mastvoet, mastverlenger, diabolo, masttop, ophaalkoord, snelkoppeling,
  4. Veiligheid en omgeving
    Materiaal: kunnen controleren of board en tuig veilig zijn voor gebruik.
    Surfkleding: drijfvest, wetsuit, surfschoenen.
    Weersomstandigheid: zonverbranding, zonnesteek en onderkoeling.
    Blessures voorkomen: warming up en cooling down.
    Noodgevallen: bij je board blijven en desnoods het zeil loskoppelen.
    Omgeving: vaarroutes, andere watersporters/recreanten, bodem, natuur niet belasten.
    Weerbericht interpreteren: de wind, plotselinge weersomslagen en zon.
  5. Reglementen
    De volgende vaar- en uitwijkregels in de juiste volgorde (van belangrijkheid) kennen en
    kunnen toepassen:
    Art. 1.04, 1.05 Goed zeemanschap
    Art. 6.03 lid 5 Koers en snelheid behouden
    Art. 6.04 lid 6, 6.17 lid
    6a
    Stuurboord wijkt voor bakboord
    Art. 6.17 lid 6b Loef wijkt voor lij
    Art. 6.10 Oplopers zijn uitwijkers
    Art. 1.01 lid A 15 zeilschip
    Art. 1.01 lid A 16 zeilplank
    Art. 6.01 lid 1d Kruisende koersen
    Art. 6.01 lid 1a Tegengestelde koersen
    Art. 6.01 lid 1b Oplopen
  6. Materiaal en onderhoud
    Kennis hebben van goede omgang met het materiaal. Basiskennis van beginnermateriaal. Nut
    van het volume en de breedte van een plank kennen.